Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties
In 2016 is de de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (Wet DBA) ingevoerd om schijnzelfstandigheid te bestrijden. Deze wet is bedoeld om zzp’ers en opdrachtgevers duidelijkheid te geven over de aard van de arbeidsrelatie. Dit moet voorkomen dat een zpp’er niet in een verkapt dienstverband werkt en op deze manier de werkgever sociale premies, belastingen en loonheffing ontduikt.
Wat is de wet DBA?
De wet DBA is in de plaats gekomen voor de VAR, verklaring arbeidsrelatie. De VAR bood de mogelijkheid aan zpp’ers om hun status als zelfstandige aan te tonen doormiddel van de zogenoemde VAR-wuo verklaring. Dit gaf een zzp’er en een opdrachtgever de mogelijkheid om de aard van de werkrelatie aan te tonen bij de belastingdienst. Echter was deze regeling niet waterdicht en gaf de mogelijkheid dat de zelfstandige werd ingehuurd maar in de praktijk dezelfde rechten en plichten had als een werknemer. De Wet DBA maakt zowel de opdrachtgever als de zelfstandige verantwoordelijk voor het juist vastleggen van de arbeidsrelatie. Zo moet een opdrachtgever en een zelfstandige vooraf samen bepalen of hun samenwerking een dienstverband is. Hiervoor biedt de belastingdienst een modelovereenkomst die ingezet kan worden om vast te leggen dat er sprake is van zelfstandigheid.
Wanneer is er sprake van loondienst?
De belastingdienst hanteert drie kenmerken voor schijnzelfstandigheid. Er is sprake van schijnzelfstandigheid wanneer:
- Werkgeversgezag
- De zzp’er niet de mogelijkheid krijgt om zelfstandig de opdracht uit te voeren. Dit betekent dat de opdrachtgever toezicht uitoefent op de manier waarop de zzp’er zijn werk levert. Daarnaast bepaald de opdrachtgever ook waar, wanneer, hoe, hoeveel uur en welke dagen je aan de opdracht werkt. En geeft de opdrachtgever dezelfde instructies aan vaste medewerkers. Dit betekent dat er sprake is van gezagsverhouding.
- Levering van (persoonlijke) arbeid
- Wanneer de opdrachtgever geen sterke afhankelijkheid heeft van een zpp’er en de opdracht ook door een andere vast werknemer uitgevoerd kan worden met vergelijkbare vaardigheden en competenties.
- Verrichte arbeid te belonen
- Als de zpp’er dezelfde rechten heeft als een vaste medewerker denk aan onder andere; doorbetaling tijdens ziekte, vakanties of als er geen werkzaamheden zijn verricht.
Handhaving van de Wet DBA
In 2016 werd de Wet DBA ingevoerd maar de handhaving hiervan bleef helaas achter en is al aantal keer uitgesteld. Opdrachtgevers werden onzeker bij het inhuren van zzp’ers uit angst voor boetes omdat de regels niet duidelijk waren. Het zorgde voor veel onrust vooral bij sectoren die veel werkte met zelfstandige zoals de bouw, techniek en zorg. Maar er is eindelijk uitsluitsel en per 2025 zal er strengere handhaving plaats vinden op de Wet DBA. Op deze manier worden de regels duidelijker, worden ze beter nageleefd en kan de schijnzelfstandigheid aangepakt worden.
Gevolgen Wet DBA
Voor zowel zzp’ers als opdrachtgevers heeft de Wet DBA grote gevolgen wanneer deze regelgeving niet wordt nageleefd. Het verplicht beide partijen hun werkrelatie beter vast te leggen en zorgvuldig te beoordelen. Wanneer de belastingdienst achteraf oordeelt dat er sprake is van een verkapt dienstverband kunnen er boetes en naheffingen volgen voor de opdrachtgever. Doormiddel van het modeovereenkomst wat door de belastingdienst is goedgekeurd kan de samenwerking tussen zzp’er en de opdrachtgevers beoordeelt worden.
Naar verwachting zal dit in de toekomst extra worden aangescherpt rondom zelfstandigheid. Daarnaast wordt er ook gekeken naar verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering en minimumtarieven voor zzp’ers.